Doorgaan naar hoofdcontent

Train World & Delvaux


Bezoek aan Train World met de tentoonstelling van Paul Delvaux.

Het station van Schaarbeek ligt centraal op het Belgische spoorwegnet, in het hart van Europa, op het tracé van de eerste spoorlijn in België tussen Brussel en Mechelen. Het is een van de pareltjes van de Belgische spoorwegarchitectuur. Het wordt verbonden met een nieuwe, industriële loods via de spoorwegtuin. Dit nieuwe museumcomplex in zaagtandvorm vormt samen met het oud stationsgebouw een prachtige symbiose van oud en nieuw in het ‘Art Nouveau’ hart van Schaarbeek.





Net zoals het stationsgebouw, staat de nieuwe hall in verbinding met de stad. Door de glazen vitrine vang je alvast een glimp op van Le Belge, de eerste in België gebouwde locomotief. Binnenin krijg je vanop de brug en de mezzanine een schitterend zicht op de stad maar ook op de sporen.


De twee belangrijkste componenten van de spoorweg – de sporen en de locomotief – werden ontwikkeld in de loop van de industriële revolutie (1750-1840). De eerste spoorlijn ter wereld dateert van 1825 toen George Stephenson in Engeland de steden Stockton en Darlington met elkaar verbond door middel van rails. De lijn was bestemd voor het vervoer van steenkool. De wagens werden gesleept door stoomlocomotieven. Het reizigersvervoer gebeurde met paardentractie. Ook in Frankrijk waren de eerste lijnen, Saint-Etienne - Andrézieux en Saint-Etienne - Lyon, industriële spoorwegen.        
Van een echte spoorweg met een vaste dienstregeling voor het reizigersvervoer was pas sprake in 1830. Toen werd de eerste spoorlijn tussen Manchester en Liverpool in gebruik genomen. Op deze dubbelsporige lijn reden uitsluitend stoomlocomotieven.

  • "Premier train de 1835 entre Bruxelles et Malines", A. Heinz, vermoedelijk 1885
Op 5 mei 1835, amper een jaar na de goedkeuring van de wet, kon de spoorweg tussen de Brusselse Groendreef, waar het eerste station stond, en Mechelen worden ingewijd. Koning Leopold I kwam een kijkje nemen, maar reed niet mee met de trein. Dat vond men blijkbaar te riskant.
    Drie treinen met genodigden werden gesleept door stoomlocomotieven die in Engeland waren gebouwd: La Flèche, Stephenson en L’Elephant. De eerste locomotief van Belgische makelij, Le Belge, verliet op 30 december 1835 de werkplaatsen van John Cockerill in Seraing.




    Al 556 km ijzeren wegen in 1843

    Met voortvarendheid werd het spoorwegnet uitgebouwd. Mechelen was het knooppunt. In 1837 waren Leuven en Gent aangesloten op het stelsel van ijzeren wegen. Oostende verwelkomde in 1838 de trein. Een jaar later had de kuststad al twee stations: Stad en Kaai. In het Kaaistation konden de treinreizigers overstappen op de boot naar Engeland. In 1842 kon je met de trein naar Luik, Doornik, Bergen en Manage reizen. Het Belgische staatsspoorwegnet had in 1843 al een lengte van 556 km. En in 1846 werden Brussel en Parijs de eerste twee hoofdsteden ter wereld die met elkaar verbonden werden per spoor.

    Oprichting van de NMBS

    De Eerste Wereldoorlog had diepe wonden geslagen. Met man en macht werd het beschadigde spoorwegnet weer rijklaar gemaakt. In de jaren twintig belandde het land in een financiële crisis. Om de schuldenlast te verminderen, besloot de regering bij wet van 23 juli 1926 tot de oprichting van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS). De nieuwe maatschappij kreeg het exploitatierecht voor een periode van 75 jaar.











    Type 12 Atlantic  (1939)   140 km/h

    Van stoom naar stroom

    Tijdens de crisis van de jaren dertig kreeg de NMBS af te rekenen met concurrentie in het goederenvervoer. Vooral de binnenvaart snoepte marktaandeel af. In 1927 werd nog 79% van de tonkilometer (aantal ton per kilometer) over het spoor vervoerd. In 1939 was dat aandeel gedaald tot 61%.
    Stond de 19e eeuw in het teken van de stoommachine, dan was de 20e eeuw die van de verbrandingsmotor en de elektrische tractie. De eerste dieselmotorwagens verschenen in 1930 op het net. Ze konden soepel worden ingezet als stoptrein op secundaire lijnen en op steile hellingen. Veel comfort was er niet: doorgaans één afdeling derde klas, zonder bagageruimte of toilet.
    Intussen maakte men ook werk van de elektrificatie. Op 5 mei 1935 opende de NMBS haar eerste elektrische lijn, van Brussel-Noord naar Antwerpen-Centraal. De elektrische motorstellen haalden een snelheid van 120 km per uur.










    Op het einde van de tweede wereldoorlog  werd een bedroevende balans opgemaakt: minder dan 50% van het spoorwegnet was nog operationeel, de helft van de locomotieven en stations bleek vernietigd.
    De wederopbouw was een titanenwerk. Het tekort aan tractievoertuigen werd gecompenseerd door de aankoop van 300 nieuwe stoomlocomotieven uit Canada en de Verenigde Staten.
    Vanaf 1949 werd de elektrificatie weer op gang getrokken, meer bepaald tussen Brussel en steden als Charleroi, Oostende, Leuven, Luik en Namen. Ook verschenen de eerste elektrische locomotieven op de rails.
    Dankzij de technische evolutie verbeterde gaandeweg het concept van de rijtuigen. Het treinmaterieel werd veiliger en comfortabeler. De houten rijtuigen werden vervangen door metalen rijtuigen. Er werd verwarming en sanitair geïnstalleerd, de zitplaatsen werden comfortabeler en de ophanging en de geluidsisolatie gingen erop vooruit.



    De schilderijen van Paul Delvaux  "de man die van treinen hield"  worden overal in het parcours getoond 
     
    Deze 4 opdracht schilderijen werden in de eersteklaswagons opgehangen.
     

      











     

     








    Een kleinere ruimte toont een overzicht van zijn tekeningen, aquarellen (voorbereiding voor zijn meer monumentale schilderijen) alsook enkele persoonlijke voorwerpen.


     

     




    Reacties

    Populaire posts van deze blog

    Lucian Freud's Self-portraits at the RAA London

    Brancusi at Bozar

    EUROPALIA ROMANIA pakt uit met een prestigieuze tentoonstelling over  Constantin Brancusi (1876-1957) de meest invloedrijke beeldhouwer van de twintigste eeuw.  Het is de allereerste keer dat er in Brussel een expo aan Brancusi wordt gewijd – de laatste solotentoonstelling vond bijna 25 jaar geleden plaats in Parijs. Brancusi is een sleutelfiguur in de kunstgeschiedenis. Hij wordt een pionier van het modernisme genoemd. "Het begin van de wereld": de zuivere vorm Een ander vaak terugkerend thema in het werk van Brancusi is het liggende eivormige hoofd. In 1908 stemt hij per uitzondering toe om een portret te maken van barones Renée Irana Franchon. Hij probeert eerst nog min of meer een gelijkend portret te maken, maar hij is niet tevreden. Dan komt hij op het idee om het hoofd neer te leggen, de hals weg te laten en maar een paar gelaatstrekken over te houden. "De slapende muze" is geboren  Slapende Muze  Constantin Brancusi he